Geld – middel of magneet

nov 24, 2020

Intro

Geld is niet weg te denken in ons dagelijks leven. Zonder smartphone, pinpas of portemonnee kom je niet ver. Ook in berichten over koopkracht, omzetcijfers, huizenverkoop, belastingdruk, etc. gaat het over geld en wat dit voor de mens betekent. In deze blog de schijnwerper op het fenomeen geld. Waarom is er geld, hoe wordt geld gebruikt en wat geld met mensen doet.

 

Waarom is er geld?

Mensen kunnen de goederen en diensten die ze nodig hebben niet allemaal zelf maken. Dit varieert van levensmiddelen, kleding, onderdak, elektra tot gezondheidszorg en ICT. In de Westerse samenleving hebben mensen veelal gespecialiseerde beroepen. De goederen die iemand maakt (of waar hij aan meewerkt) zal hij voor het overgrote deel niet zelf gebruiken. Zo ontstaat vraag naar en aanbod van allerlei goederen en diensten. Vraag en aanbod dienen bij elkaar te komen. Fysiek ruilen is onmogelijk. Daarom zijn eeuwen geleden middelen gevonden om te ruilen. Deze middelen moesten (1) waardevol, (2) waardevast, (3) handzaam en (4) niet aan bederf onderhevig zijn. Edelmetalen en edelstenen bleken zeer geschikt te zijn. Al snel werden goud en zilver standaardruilmiddelen. In vaste gewichten en later in de vorm van munten. Een munt had een waarde die gelijk was aan het edelmetaal waar de munt van gemaakt was. Goudsmeden gaven op een gegeven moment waardepapieren uit voor munten die in bewaring waren gegeven. Dit werden bankbiljetten waarmee betaald kon worden. Inmiddels kennen we bankrekeningen waarmee digitaal betaald kan worden.

 

Hoe wordt geld gebruikt?

Geld (contant of op een bankrekening) heeft waarde omdat mensen er op vertrouwen dat het door iedereen als betaalmiddel wordt aanvaard. Geld is daarmee ‘geconcentreerde  koopkracht’, waarmee op elk moment aankopen gedaan kunnen worden. Het moment van besteden kan zelf uitgekozen worden. Zo kan het geld direct besteed worden of gespaard worden voor een latere bestedingen. Dit zijn de bekende functies die in de economie ´ruilmiddel´ en ´oppotmiddel´ genoemd worden. Daarnaast kan geld aan een ander geleend of geschonken worden.

Bij leningen is het overigens verstandig de vuistregel vast te houden dat aflossing van een lening in ieder geval gelijke tred houdt met de levensduur van het aangekochte artikel. Voorkom dat er nog afgelost moet voor een artikel dat je niet meer gebruikt. Over schenkingen staat in de Bijbel een bekend en aansprekend voorbeeld in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Naast al deze mogelijkheden is geld ook een veelgebruikte rekeneenheid. Hiermee kan de waarde van een artikel vergeleken worden met andere artikelen. In een eerdere blog (‘gratis is duur’) is hier dieper op in gegaan.

 

Wat doet geld met mensen?

De mens kan met geld aankopen doen (direct of later); hij kan sparen, schenken en lenen. Dit schept vrijheid en onafhankelijkheid om keuzes te maken. Een eigen afweging wat, wanneer, hoeveel en waar aangekocht, gespaard, geschonken of geleend wordt. Verantwoordelijk zijn en het effect hiervan ervaren werkt positief voor iemands eigenwaarde en zelfstandigheid. Tegelijk is het goed ook risico’s van deze vrijheid en onafhankelijkheid onder ogen te zien. Zo kunnen bijvoorbeeld onverantwoorde aankopen gedaan worden. Bij het ontbreken van een eigen afweging in combinatie met onvoldoende zicht op de financiële ruimte kan dit snel realiteit zijn. Een ander risico is dat geld de mens gaat beheersen in plaats van dat de mens het geld beheert.

Hier raken we een diepere laag in mensen.

Bij het maken van keuzes spelen allerlei factoren een rol. Is een afgewogen keuze leidend of domineren gevoelsmatige behoeften. Factoren als karakter, persoonlijke waarden, levensstijl en sociale omgeving zijn van grote invloed op het koopgedrag. Deze factoren kunnen elkaar versterken. Aanbieders spelen in reclameboodschappen heel slim (lees: geraffineerd) in op deze gevoelsmatige factoren.

 

Enkele praktische voorbeelden

Familie A weet wat zij willen (en kunnen) besteden en sparen. Vervanging van de koelkast is nodig. Gericht maken zij een afweging (grootte, energieverbruik, vormgeving, prijs) en kopen een koelkast binnen het budget. Aanbiedingen worden meegenomen in de afweging.

Bedrijf B weet ongeveer hoeveel geld zij kunnen investeren. De bedrijfsontwikkeling is gebaseerd op korte termijn plannen. Bedrijven in de buurt kopen nieuwe bedrijfsauto’s. Enkele aanbiedingen met ‘unieke kansen’ doen hen zwichten voor een slimme dealer.

Meneer C weet exact wat hij kan besteden. Hij vindt vermogen belangrijker dan onderhoud.  Hij is ook bang om teveel geld uit te geven. Uitgaven worden opgeschoven en het vermogen groeit.

Bedrijf D weet exact wat zij bezitten. Zij zijn een modern bloeiend bedrijf. De eigenaren zijn echter niet tevreden. Vorig jaar is het bedrijf ‘maar’ met 9,8% gegroeid. Dit moet volgend jaar minimaal 15% zijn. De focus ligt op snel en veel geld verdienen. Na een jaar van 16% groei wordt de stip op de horizon direct verlegd naar 25% groei. Dit kan alleen door grote risico’s te nemen of deel te nemen in projecten in minder betrouwbare circuits. Geld verdienen beheerst bedrijf D.

Jongere E besteedt elke maand zijn volledige inkomen en heeft nu een extraatje van de werkgever ontvangen. Het geld ‘brandt’ als het ware in zijn zak. Koortachtig wordt gezocht om iets te kopen. Zoeken op internet levert een reeks ´persoonlijke´ aanbiedingen op. In no time is een bestelling geplaatst. Nut en noodzaak zijn voor jongere E geen issue.

Vijf voorbeelden waarin verschillend omgegaan wordt met geld en goed. Van weloverwogen tot impulsief en van onzeker tot sterke focus op meer. Uit deze voorbeelden blijkt dat eigen afweging binnen de financiële mogelijkheden belangrijk is. Geld is dan een optimaal hulpmiddel om in balans te blijven. Gaat geld je beheersen dan ben je de regie kwijt.

 

Conclusie

Geld is een veelzijdig en flexibel hulpmiddel. Zodra geld doel wordt, gaat er in de mens een mechanisme in werking dat zichzelf versterkt. De focus op geld (en steeds meer geld) is dan onverzadigbaar. Het heeft de kenmerken van een magneet die blijft trekken. Geld en goed beheren als een Bijbelse rentmeester geeft richting. Een herkenbaar voorbeeld lezen we bij de geschiedenis waarbij Jozef onderkoning van Egypte wordt. Hij krijgt de opdracht om in de jaren van overvloed en in de jaren van tekort leiding te geven aan het land. Reserves opbouwen in de rijke jaren en deze besteden in de magere jaren. Deze economische basisregel blijkt in de praktijk een blijvende uitdaging te zijn.

 

Samenvatting

  • Geld stroomlijnt koop en verkoop van goederen en diensten;
  • Geld is geconcentreerde koopkracht en kan op passende momenten besteed, gespaard, geleend of geschonken worden;
  • Geld beheren als een Bijbels rentmeester geeft ontspanning;
  • Als geld je beheerst sta je onder spanning.

Tip

  • Stel voor elk kwartaal een doel vast in het patroon van uitgeven, sparen en schenken;
  • Plan altijd tijd tussen aanbiedingen ontvangen en beslissingen over aankopen.