Gezonde groei: bijscholen bijsnoeien

apr 4, 2024

Intro

Mensen hebben verschillende gaven en eigenschappen. Sommige gaven komen al op jonge leeftijd tot ontwikkeling. Andere gaven rijpen pas later. Het woord ontwikkelen drukt overigens heel mooi uit dat de mens bij de geboorte gaven krijgt die bij de groei naar volwassenheid (of na ruime levenservaring) tot ontplooiing komen.

Naast ontwikkelen is het ook leerzaam om sommige gaven wat bij te buigen. Het kan zelfs nodig zijn om iets af te leren. Bij bomen en struiken zien we hetzelfde. Naast nieuwe voeding en opbinden van takken is het ook nodig om overdadige groei of uitlopers te verwijderen. Deze belemmeren een gezonde groei. Bekend is dat een tros kleine jonge druifjes gekrent moet worden om in het najaar volgroeide druiven te kunnen plukken. Zo blijkt dat bijscholen én bijsnoeien oftewel leren én afleren belangrijk zijn voor een gezonde groei. Stof genoeg voor blog 39.

 

Gezonde groei – definitie

In veel definities komen woorden als verbeteren, zelfontwikkeling en hogere targets terug. Deze woorden zijn er sterk op gericht om ‘steeds meer’ te bereiken in het leven. Naar mijn overtuiging gaat het bij een gezonde groei om het doel van ons leven. Wij dienen de ontwikkeling van onze gaven te richten op onze Schepper. Als mens krijgen we van Hem uiteenlopende gaven en eigenschappen. Waarom? Om deze evenwichtig te ontplooien op de plaats waar en in de tijd waarin we leven. Hierbij geeft de essentie van Bijbels rentmeesterschap richting. Bijzonder is dat de mens bij zijn geboorte het vermogen heeft gekregen zich te ontplooien. Dit onderstreept de verantwoordelijkheid van de mens als rentmeester.

 

Ontwikkelen / ontplooien

Op het moment waarop ik deze blog schrijf is het voorjaar. Het is elk jaar weer bijzonder om te zien hoe bomen en struiken uitlopen. Alle kenmerken van een boom of struik zijn in miniatuurvorm terug te vinden in de knoppen. Als deze knoppen opengaan zie je hoe mooi de bladeren zich letterlijk ontplooien. Jonge bladeren zorgen in korte tijd voor een fris en groen aanzien. Deze ontwikkeling in de natuur laat de schoonheid van de schepping zien.

Bij jonge mensen zien we ook meerdere gaven die als het ware nog in de knop zitten. Mijn vrouw en ik hebben inmiddels meerdere kleinkinderen. We zien ze regelmatig en dan is het bijzonder om te zien hoe leergierig jonge kinderen zijn en hoe sterk de wil is om iets zelf te doen. Tegelijk zie je ook de verschillen per kleinkind. Elk mens maakt zo een eigen ontwikkeling door. Sommige gaven komen pas op latere leeftijd tot ontwikkeling.

 

Persoonlijke ervaring

Al vroeg was ik geïnteresseerd in economische vraagstukken. Vragen als: “welke factoren bepalen vraag en aanbod, hoe behoudt geld z’n waarde en waar is betrouwbare informatie te vinden om beurskoersen en inflatie te voorspellen”, trokken op de middelbare school al mijn aandacht. Later ben ik me steeds meer gaan interesseren in keuzes van mensen, bijvoorbeeld bij besteding van middelen of bij samenwerking met anderen. Vragen als: “hoe komt het dat mensen tevreden of minder tevreden zijn en waarom worden op het ene moment weldoordachte en op een ander moment impulsieve afwegingen gemaakt”, vond (en vind!) ik zeer boeiend. Deze menselijke kant zegt voor mij veel over het welbevinden van mensen. En om de cirkel rond te maken: deze vragen hebben grote invloed op economische ontwikkelingen. Deze ‘ontplooiing’ van mijn belangstelling heeft nauwe relatie met vragen over zingeving. De Bijbelse opdracht om de Schepper boven alles lief te hebben en onze naaste als onszelf staat voor mij centraal. Het feit dat de mens deze opdracht niet kan vervullen blijkt elke dag. Daarom is het zo bijzonder dat wij ook elke dag aan onze Schepper mogen vragen om moed, kracht en wijsheid. Afhankelijkheid ervaren houd je klein en is daarmee verrijkend. Terugkijkend is deze wending in belangstelling voor mij een bijzondere vorm van bijscholen en bijsnoeien.

 

Bijscholen

Snoeien van bomen en struiken vraagt vakmanschap en juiste timing. Voor een goed beheer is het bijhouden van vakkennis daarom belangrijk. Het leren omgaan met nieuwe technieken en gereedschappen is eveneens onmisbaar. Dit geldt ook voor inzicht in veranderende wet- en regelgeving. Bijscholing is in elke beroepsgroep nodig.

Daarnaast is het voor onze plaats in de samenleving (werk, familie, buurt, kerk) belangrijk om op de hoogte te blijven van maatschappelijke ontwikkelingen. Denk alleen al aan de ICT-ontwikkelingen. Door regelmatig kennis op te frissen en bij te blijven blijft een mens bovendien fit en alert.

Voor de overzichtelijkheid heb ik het volgende onderscheid gemaakt:

  • Vakkennis bijhouden. Dit kan bijvoorbeeld door trainingen voor hercertificering, opfriscursussen, terugkomdagen of presentaties van nieuwe werkmethodes. Of ‘gewoon’ door een middag uit te trekken voor sparring met vakgenoten in andere organisaties. Het is goed om gericht tijd te plannen voor deze bijscholing.
  • Intervisie. In het goede gesprek met vakcollega’s kan ook ruimte ontstaan voor intervisie. Hierbij denk je samen na over bepaalde werkvragen. Dit is in feite wederzijdse coaching door en met collega’s. In allerlei vakgebieden is dit een beproefde intercollegiale leermethode om vanuit een vergelijkbare achtergrond werkproblemen te bespreken. Dit wordt ook wel ‘peer coaching’ genoemd, waarbij gelijken elkaar coachen. Je helpt elkaar door open – zonder oordelen – met elkaar na te denken over een werkvraag.
  • Gesprek over diepere lagen. In aansluiting op de resultaten van intervisie kan ook ruimte en vertrouwen groeien om jezelf en anderen te spiegelen. Vragen als ‘welke krachten en gedragsstijlen zijn aanwezig in ons team’ of ‘waar kregen we in het afgelopen kwartaal een kick van’. Dit type vragen geeft handvatten om diepere lagen bespreekbaar te maken. Ook hier gaat het om erkennen en niet om beoordelen. In een goede setting ontstaat er veilige ruimte om zich kwetsbaar op te stellen.

 

Bijsnoeien

Zodra mensen zich kwetsbaar op willen en kunnen stellen is er behoefte aan eerlijke – wederzijdse – reflectie. In deze sfeer wordt leren ook  voor een deel afleren. Dit zijn diepe leerprocessen. Vooral als het over persoonlijke context, gedragsstijlen en patronen gaat. Als blijkt dat een bepaald gedrag of benadering ongewenste of zelfs averechtse uitwerking heeft is dit confronterend. Dit onderkennen is tegelijk moedig. Passende maatregelen nemen om het gedrag bij te buigen of achterwege te laten vraagt zelfoverwinning. Het heeft soms zelfs iets onnatuurlijks en is te vergelijken met ‘over je eigen schaduw heen springen’. Vooral als het een diep ingesleten patroon is in je persoonlijkheid doet dit veel. Als je positieve effect merkt geeft dat ook ‘zuurstof voor het vervolg’. Vaak blijkt dan dat anderen ook zoiets meegemaakt hebben c.q. er voor staan. Dit geeft een diepere verbinding.

Leren krijgt diepgang bij afleren

Dit afleren bevordert openheid en gezonde groei. Net als bij een boom. Zijn er op de stam namelijk teveel uitlopers dan belemmert dat de evenwichtige groei van de boom. Takken verwijderen geeft lucht en ruimte aan andere takken en is daarmee goed voor de ontwikkeling van de hele boom. Zo geeft aanpassing van een bepaald gedrag ruimte aan betere samenwerking. Tegelijk versterkt dat de onderlinge band met de naaste collega’s.

 

Samenvatting

Bijscholing is nuttig om vakkennis te onderhouden. Tegelijk biedt bijscholing mogelijkheid voor intervisie. De ervaringen van intervisie kunnen aanleiding zijn voor het goede gesprek over diepere lagen. Als er vertrouwen groeit komt er ruimte voor eerlijke feedback. Erkennen van deze feedback en er mee aan de slag gaan (door bijv. bepaalde gedrag af te leren) vraagt veel energie. Dit bijsnoeien geeft tegelijk ‘zuurstof’ voor gezonde doorgroei. Dit versterkt ook het onderling vertrouwen.

 

 

Tip

  • maak gebruik van scholings- en intervisiemogelijkheden
  • luister bij intervisie ook naar wat ‘gevoeld’ wordt
  • bespreek – zonder deze te beoordelen – gevoeligheden
  • markeer leer- en afleermomenten